De relatie tussen Turkse en Irakse regering wordt steeds hechter die weerspiegeld nu in een verdrag waarbij de militaire relaties tussen de twee landen wordt versterkt. De Turkse leger gaat die van Irak gaat trainen in inlichtingen en drone operaties. Daarover is een memorandum van overeenstemming (MoU) ondertekend door president Recep Tayyip Erdogan.
De Turkse regering heeft het Memorandum van Overeenstemming (MoU) over Militaire Trainingssamenwerking, dat op 22 april 2024 met Irak is ondertekend, ter goedkeuring voorgelegd aan het parlement.
Memorandum werd op 22 april ondertekend tijdens een officieel bezoek aan Irak onder leiding van president Recep Tayyip Erdogan, vergezeld door een grote delegatie. De officiële reden voor de goedkeuring van het MoU dat aan het parlement is voorgelegd, onderstreept de oprichting van mechanismen voor militaire trainingssamenwerking tussen de twee landen.
Turkije heeft onlangs zijn diplomatieke inspanningen in Irak opgevoerd, initiatieven die vruchten beginnen af te werpen. In april 2024 nam de Iraakse Nationale Veiligheidsraad belangrijke maatregelen door de activiteiten van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) te verbieden, die Turkije ziet als een terroristische organisatie die ook de veiligheid van Irak bedreigt.
Deze ontwikkeling duidt op een verbetering van de betrekkingen tussen Turkije en Irak, met plannen voor Turkije om bufferzones op Iraaks grondgebied in te stellen.
Turkije voert militaire operaties uit in Irak, omdat het deze noodzakelijk acht om de PKK tegen te gaan, en onderhoudt verschillende militaire bases in het noorden van het land. Vóór 2018 had Turkije ongeveer 10 bases in de regio. Momenteel zijn er talloze kleine bases en vooruitgeschoven operationele centra verspreid over Noord-Irak, waarbij de Bashiqa-basis opvalt. Deze basis haalde de krantenkoppen, nadat deze in 2024 meerdere keren door de PKK was aangevallen, wat de aandacht van de media trok en zorgen opriep.
Turkije wil militaire ontwikkelingen gebruiken om de economische groei te stimuleren, maar er blijft een belangrijk obstakel bestaan. Het is een jaar geleden dat de exploitatie van de oliepijpleiding tussen Irak en Turkije werd stopgezet en er is weinig vooruitgang geboekt bij het hervatten van de oliestroom. De pijpleiding, die ongeveer 0,5% van de wereldwijde olievoorziening vervoert, heeft een toenemende vraag van westerse landen gezien voor heropening.
De lijn werd in maart door de regering van Bagdad gesloten nadat Turkije olie begon te exporteren uit de semi-autonome regio Koerdistan zonder toestemming van de federale regering van Irak. Na een internationale arbitrage-uitspraak over de twee landen werd Turkije bevolen om compensatie te betalen.
Tijdens Erdogans bezoek in april werd enige vooruitgang geboekt, waarbij Turkije aangaf klaar te zijn om de olieleveringen in oktober te hervatten.
Waarnemers voorspellen dat als de oliepijpleiding wordt heropend, de kans dat militaire verplichtingen worden nagekomen, zal aanzienlijk toenemen.