
Een verhoging van het vereiste taalniveau en bijzondere aandacht voor ouders van schoolgaande kinderen met behoud van betaalbare en toegankelijke lessen Nederlands.
Het plan van Vlaams minister van Onderwijs en Werkgelegenheid Zuhal Demir (N-VA) en minister van Inburgering Hilde Crevits (CD&V) beoogt de taalvaardigheid van anderstalige volwassenen te versterken.
Met het plan “Nederlands Werkt!” stelt Zuhal Demir samen met haar collega, minister Hilde Crevits, acht concrete maatregelen voor om de taalvaardigheid van anderstalige volwassenen te verbeteren. De minister vindt Nederlands essentieel voor de integratie van nieuwkomers.
Betaalbaar en toegankelijk
De lessen Nederlands moeten betaalbaar en toegankelijk blijven, het inschrijvingsgeld blijft € 1,50 per les. Het zou ook mogelijk zijn om een opleiding te combineren met een opleiding Nederlands.
Ministers willen ook taal koppelen aan werk “taal leer je in de eerste plaats op de werkvloer”, zegt minister Demir.
Strengere taalniveau
Vanaf 1 september 2027 wordt het minimumniveau taalgrens verhoogd van A2 naar B1. Met een A2-niveau kun je een eenvoudig gesprek voeren, terwijl je met een B1-niveau ook je mening kunt uiten en gemakkelijk kunt deelnemen aan het beroepsleven.

“We richten ons vooral op spreken en luisteren, niet zozeer op schrijven. Mensen die hier aankomen, kunnen soms niet lezen of schrijven in hun moedertaal.” zegt Demir.
Schoolbonus afhankelijk van taal
Ouders met schoolgaande kinderen die in aanmerking wil komen voor de schoolbonus, moet aantonen dat hij of zij voldoende Nederlands spreekt of bereid is het te leren.
“Nieuwkomers moeten Nederlands leren voor henzelf, maar ook voor de toekomst van hun kinderen”, aldus Demir.
De schoolbonus zou als stimulans fungeren. De ouders moeten een certificaat overleggen waaruit blijkt dat ze het kunnen of dat ze ermee bezig zijn.
Nederlands buiten de klas
Op sommige plaatsen zouden Nederlandse lessen voor ouders georganiseerd moeten worden op of nabij de school van hun kinderen, om drempels te verlagen. Dit zou ook de band met de school versterken.
De ministers willen ook meer mogelijkheden om Nederlands buiten de klas te leren. Zo worden er taalondersteuningsgroepen of taalroutes in gemeenten georganiseerd.