Het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties (UNHRC) heeft ernstige zorgen geuit in zijn laatste observaties na het tweede periodieke rapport van Turkije. In een rapport beschuldigt VN de Turkse inlichtingendienst (MIT) van ernstige mensenrechtenschendingen en machtsmisbruik.
Volgens Levent Kenez van Nordic Monitor die het rapport van UNHCR heeft bestudeerd worden in het rapport kritieke uitdagingen op het gebied van mensenrechten benadrukt die ondanks de vooruitgang op wetgevingsgebied nog steeds bestaan.
De UNHRC benadrukte de dringende noodzaak van hervormingen om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken, de vrijheid van meningsuiting te beschermen, discriminatie te voorkomen en eerlijke processen te garanderen.
Het rapport ging ook in op de toenemende bevoegdheden van de Inlichtingendienst MİT, die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen, zoals extraterritoriale ontvoeringen, invasieve surveillance, kidnapping en verdwijningen.
De in het rapport genoemde problemen werden verergerd door een controversiële wet die MİT-agenten immuniteit gaven tegen vervolging , wat de VN ertoe bracht Turkije aan te sporen om meer gerechtelijk toezicht en verantwoording in te voeren.
Het rapport richt zich op de Turkse wet nr. 2937, die verleent tegen strafrechtelijke vervolging, zelfs in gevallen waarin inlichtingenoperaties naar verluidt onwettige activiteiten omvatten, zoals gedwongen verdwijningen.
Her verlenen van uitgebreide immuniteit aan MIT-agenten creëert volgens de VN-Mensenrechtenraad een juridisch schild dat de verantwoordingsplicht ondermijnt, waardoor het moeilijk wordt om agenten die betrokken zijn bij ernstige schendingen van rechten te onderzoeken of te vervolgen.
Het comité riep Turkije ook op om ontvoeringen buiten Turkije te stoppen, een eerlijk proces te respecteren en ervoor te zorgen dat alle uitleveringen volgens wettige en transparante procedures verlopen.
De VN-Mensenrechtenraad beschikt gedocumenteerde rapporten van extraterritoriale ontvoeringen van personen met vermeende banden met de Gülen-beweging, een groep die kritisch staat tegenover de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, of andere dissidenten van de regering die met geweld zijn teruggestuurd naar Turkije vanuit verschillende landen, waarbij formele uitleveringsprocessen zijn omzeild.
Verder maakte het comité zich zorgen over de beschuldigingen dat Interpol Red Notices tegen bepaalde personen zijn misbruikt en dat er politiek gemotiveerde uitleveringsprocessen zijn toegepast.