
De Universiteit van Istanbul heeft het masterdiploma van Ekrem Imamoğlu, de gevangengenomen oppositieburgemeester van Istanbul en presidentskandidaat, ingetrokken wegens procedurele overtredingen bij zijn inschrijving, volgens lokale media.
Ekrem Imamoglu, een belangrijke tegenstander van de Turkse president Erdogan, werd opgepakt (maart 2025) op verdenking van omkoping, fraude, leidinggeven aan een criminele organisatie en hulp bieden aan een terroristische organisatie.
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch veroordeelde de arrestatie van de burgemeester en zijn medewerkers. Volgens de organisatie wordt het rechtssysteem misbruikt om de oppositie te ondermijnen.

Het besluit werd op 24 juli genomen door het Instituut voor Sociale Wetenschappen van de universiteit, na een onderzoek waaruit bleek dat Imamoğlu niet voldeed aan de inschrijvingseisen voor de masteropleiding Human Resources Management.
Bestuurders van de universiteit stelden dat hij ten tijde van zijn toelating geen geldig bachelordiploma had, een schending van de academische regels zoals vastgelegd in het studentenreglement van de universiteit uit 1987.
De nietigverklaring van het masterdiploma volgt op de annulering op 18 maart van Imamoğlu’s bachelordiploma, dat volgens de Universiteit van Istanbul ten onrechte was uitgereikt. Ambtenaren stelden dat zijn overstap in 1990 van de Girne American University in Noord-Cyprus naar de Universiteit van Istanbul destijds niet voldeed aan de wettelijke normen. De overstap werd omschreven als “ongeldig” en “een kennelijke vergissing”, en de universiteit heeft met terugwerkende kracht zijn bachelordiploma ongeldig verklaard.
Het juridische team van İmamoğlu heeft nog niet publiekelijk gereageerd op de meest recente intrekking, maar heeft de diplomacontroverse eerder omschreven als politiek gemotiveerd.
Presidentsverkiezing 2028
De Turkse wet vereist dat presidentskandidaten een geldig bachelordiploma hebben, wat betekent dat de ongeldig verklaarde diploma’s Imamoğlu kunnen diskwalificeren voor de verkiezingen van 2028. De Republikeinse Volkspartij (CHP) heeft desalniettemin haar steun voor zijn kandidatuur bevestigd.
De burgemeester, gezien als de sterkste politieke rivaal van president Recep Tayyip Erdoğan, werd op 23 maart gearresteerd op beschuldiging van corruptie, die algemeen als politiek gemotiveerd werd beschouwd. Zijn aanhouding op 19 maart leidde tot wijdverspreide protesten die sinds de anti-regeringsprotesten van 2013 in Turkije niet meer waren gezien.
Het Openbaar Ministerie onderzoekt ook beschuldigingen dat zijn politieke alliantie met de pro-Koerdische Partij voor Gelijkheid en Democratie (DEM) werd gecoördineerd door de verboden Koerdische Arbeiderspartij (PKK), een groep die door Turkije en zijn westerse bondgenoten als terroristische organisatie wordt aangemerkt.
De juridische en academische maatregelen hebben geleid tot
brede kritiek van oppositieleiders en internationale waarnemers.
De juridische en academische maatregelen hebben geleid tot brede kritiek van oppositieleiders en internationale waarnemers, die de campagne tegen Imamoğlu als politiek gemotiveerd beschouwen. Zijn aanhangers beweren dat de regering systematisch de meest prominente oppositieleider van Turkije aanvalt om hem uit de presidentsverkiezingen van 2028 te halen, waar hij algemeen wordt beschouwd als de meest geduchte uitdager van president Erdoğan.
Ondanks de toenemende beschuldigingen heeft de CHP de kandidatuur van Imamoğlu herbevestigd en de juridische aanval gepresenteerd als een politiek georkestreerde poging om de democratische oppositie in Turkije te ontmantelen.
De rechtszitting in de diplomagerelateerde strafzaak staat gepland voor 11 september. İmamoğlu blijft in voorlopige hechtenis in de Marmara-gevangenis in Silivri, buiten Istanbul. Zijn advocaten hebben aangegeven in beroep te gaan tegen zowel de academische als de juridische uitspraken.