Leden van Turkije’s belangrijkste pro-Koerdische partij ontmoetten donderdag Abdullah Öcalan, leider van de gevangengenomen Koerdische Arbeiderspartij (PKK), dezelfde dag dat een parlementaire commissie voor vredesinspanningen met de PKK, hoorzittingen met voormalige parlementsvoorzitters en leiders van advocatenverenigingen afsloot.
De delegatie van de Partij voor Gelijkheid en Democratie van het Volk (DEM) hield een vier uur durende ontmoeting met Öcalan op het eiland İmralı, waar hij sinds 1999 gevangen zit.
In Ankara kwam de Nationale Commissie voor Solidariteit, Broederschap en Democratie haar zevende vergadering bijeen, waarbij getuigenissen werden gehoord van voormalige parlementsvoorzitters. Turkse media citeerden Hikmet Çetin, die in de jaren negentig voorzitter was, die opriep tot onmiddellijke amnestie voor PKK-leden die niet betrokken waren bij geweld, terwijl hij hervestiging in derde landen suggereerde voor anderen. Voormalig voorzitter Bülent Arınç pleitte voor een debat over levenslange gevangenisstraffen en het “recht op hoop”, een principe erkend door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De PKK wordt door Turkije en zijn westerse bondgenoten aangemerkt als een terroristische organisatie.
Na een oproep van Öcalan om hun gewapende campagne te beëindigen hielden PKK-leden in juli symbolische ceremonie om het besluit van de groep om de wapens neer te leggen te bekrachtigen.
Hoge vertegenwoordigers van de DEM-partij blijven aandringen op snellere stappen, waaronder directe betrokkenheid bij Öcalan, terwijl regeringsfunctionarissen erop staan dat er geen onderhandelingen met de PKK zullen plaatsvinden en dat alle maatregelen binnen de grondwettelijke grenzen moeten blijven.
