GEVANGEN ZWEEDSE JOURNALIST STAPT NAAR TURKSE HOOGGERECHTSHOF WEGENS MENSENRECHTENSCHENDINGEN
Advocaten van Joakim Medin, een Zweedse journalist die gevangen zit in Turkije, hebben een individueel verzoekschrift ingediend bij het Constitutionele Hof van het land. Zij stellen dat zijn fundamentele rechten meerdere malen zijn geschonden als gevolg van zijn arrestatie en voortdurende voorlopige hechtenis, aldus de Media and Law Studies Association (MLSA).
De MLSA, die de 40-jarige Medin vertegenwoordigt, stelt dat de petitie stelt dat de Turkse autoriteiten de rechten van de journalist op vrijheid en veiligheid, een eerlijk proces, vrijheid van meningsuiting en persvrijheid en respect voor privé- en gezinsleven hebben geschonden.
Medin zit sinds 28 maart gevangen op beschuldigingen zoals “lidmaatschap van een terroristische organisatie”, “verspreiding van terroristische propaganda” en “belediging van de president”.
Eind maart verklaarde het Openbaar Ministerie van Ankara dat Joakim Medin bekend staat om zijn anti-Turkse artikelen en zijn banden met de verboden Koerdische PKK.
Hij zal woensdag via een videoverbinding terechtstaan voor een rechtbank in Ankara wegens het beledigen van president Recep Tayyip Erdoğan, aangezien er twee afzonderlijke aanklachten tegen hem zijn ingediend. Een rechtszitting voor de terrorismeaanklacht is nog niet gepland.
Volgens de advocaat van de journalist is het “overduidelijk”: “Joakim wordt uitsluitend vervolgd vanwege zijn journalistieke activiteiten”. Na het bestuderen van de processtukken is het duidelijk geworden dat er geen concreet of overtuigend bewijs voor beide aanklachten is , zegt de advocaat.
ZORGEN OVER EEN EERLIJK PROCES
Medin werd op 27 maart aangehouden bij aankomst op de luchthaven van Istanbul, waar hij verslag zou doen van de landelijke protesten die uitbraken na de aanhouding en gevangenneming van de oppositieburgemeester van Istanbul, Ekrem İmamoğlu, een belangrijke politieke rivaal van Erdoğan.
Imamoglu wordt verdacht van omkoping, fraude en het leiden van een criminele organisatie. Zijn aanhangers zijn echter van mening dat hij is opgepakt om te voorkomen dat hij zich in 2028 kandidaat stelt voor het presidentschap. Zo werd onlangs zijn universitaire diploma, dat Imamoglu nodig heeft om zich kandidaat te stellen, ongeldig verklaard.
De Turkse autoriteiten vervolgen regelmatig journalisten
op grond van terrorismebeschuldigingen.
Er zijn nog meer journalisten gearresteerd vanwege hun verslaggeving over de protesten. Een BBC-journalist werd het land uitgezet. Het is onduidelijk of de arrestatie van Medin verband houdt met de protesten.
Zijn aanhouding vond plaats in het kader van een onderzoek dat Turkse aanklagers in 2023 naar hem hadden ingesteld. Vervolgens werd hij in voorlopige hechtenis geplaatst in de beruchte Silivri-gevangenis in Istanbul, waar de meeste politieke gevangenen vastzitten.
In de Silivri-gevangenis zitten naast criminelen ook politieke gevangenen, activisten, journalisten en kunstenaars vast. Het is de grootste gevangenis in Turkije en staat bekend om de slechte leefomstandigheden. Ook Imamoglu zit hier vast.
Hij riskeert een gevangenisstraf van maximaal drie jaar voor de aanklacht van belediging en negen jaar voor de aanklacht van terrorisme.
De advocaten van de journalist beweren dat de arrestatie- en verhoorprocedures vol zaten met schendingen van het eerlijk proces, waaronder het ontbreken van een bekwame vertaler en het gebruik van Google Translate tijdens het verhoor.
De advocaten stellen dat cruciaal bewijs, waaronder berichten op sociale media en foto’s, nooit duidelijk aan Medin is gepresenteerd of correct in het dossier is opgenomen.
JOURNALISTIEK ALS BEWIJS
Volgens zijn advocaten is de zaak tegen Medin volledig gebaseerd op zijn journalistieke activiteiten. De aanklagers citeerden artikelen, interviews en berichten op sociale media als bewijs, waaronder berichten over een protest in Stockholm in 2023, waar een beeltenis van Erdoğan ondersteboven werd gehangen. Medin’s advocaten stellen dat hij ten tijde van het protest niet in Zweden was en niet betrokken was bij de berichtgeving over de gebeurtenis, een feit dat wordt ondersteund door vluchtgegevens.
Het juridische team van Medin beweert ook dat zijn voorlopige hechtenis dient om internationale journalisten die in Turkije werken of erover rapporteren, te intimideren. “Hij wordt gestraft voor het uitvoeren van legitiem journalistiek werk in conflictgebieden en het rapporteren over politiek gevoelige onderwerpen”, aldus de petitie.
De arrestatie van Medin heeft de aandacht getrokken van internationale persvrijheidsorganisaties en volgt op een patroon van aanvallen op buitenlandse en lokale journalisten in het kader van de brede Turkse wetgeving ter bestrijding van terrorisme en belediging. De Turkse autoriteiten vervolgen regelmatig journalisten op grond van terrorismebeschuldigingen, omdat zij over Koerdische groeperingen berichtten of kritiek uitten op president Erdogan.
