Papoea-Nieuw-Guinea heeft dinsdag duizenden inwoners bevolen te evacueren van het pad van een nog steeds actieve aardverschuiving nadat delen van een berg waren ingestort en volgens schattingen van de overheid minstens 2.000 mensen hadden begraven.
Ambtenaren zeiden dat de kans op het vinden van overlevenden klein was, zelfs nu hulpteams sinds vrijdag de moeilijk toegankelijke noordelijke Enga-regio van het Pacifische land zijn binnengedrongen.
Zware uitrusting en hulp kwamen traag aan vanwege het gevaarlijke terrein en de stammenonrust in het afgelegen gebied, waardoor het leger gedwongen werd konvooien van hulpteams te escorteren.
Bewoners gebruiken schoppen en hun blote handen om naar overlevenden te zoeken. Militair personeel heeft controleposten opgezet en helpen de ontheemden naar evacuatiecentra te verplaatsen.
Papoea-Nieuw-Guinea wordt regelmatig geconfronteerd met aardverschuivingen en natuurrampen die zelden de krantenkoppen halen, maar dit is een van de meest verwoestende die het de afgelopen jaren heeft meegemaakt.
De regering heeft geschat dat meer dan 2.000 mensen zijn begraven bij de aardverschuiving die begin vrijdag plaatsvond, fors hoger dan het VN-cijfer van 670 mogelijke doden, en de veel lagere schattingen van sommige lokale functionarissen.