PROMINENTE KOERDISCHE POLITICUS VRIJGESPROKEN VAN TERRORISMEBESCHULDIGINGEN
De prominente Koerdische politicus Ahmet Türk, voormalig co-burgemeester van Mardin in Zuidoost-Turkije en lid van de Partij voor Gelijkheid en Democratie (DEM), is vrijgesproken van de terrorismegerelateerde aanklachten die werden gebruikt om zijn ontslag vorig jaar te rechtvaardigen, meldde persbureau Mezopotamya.
De 83-jarige Türk werd in november 2024 door het ministerie van Binnenlandse Zaken uit zijn functie ontheven. Dit was de derde keer dat hij als burgemeester werd afgezet. Het ministerie baseerde zijn ontslag op een lopende rechtszaak bij het 14e Hooggerechtshof van Ankara. Hij werd vervolgd voor “het verspreiden van terroristische propaganda”.
De zaak was gebaseerd op een toespraak die Türk in maart 2011 hield in de zuidoostelijke provincie Siirt, waarin aanklagers hem beschuldigden van het promoten van de verboden Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die door Turkije en zijn westerse bondgenoten als terroristische organisatie wordt aangemerkt. Het proces begon in 2022.
De aanklager eiste een veroordeling, maar Türks advocaten betoogden dat de zaak onrechtmatig was en wezen erop dat het Openbaar Ministerie van Siirt in 2014 een besluit tot niet-vervolging had genomen in hetzelfde dossier.
Volgens Mezopotamya oordeelde de rechtbank dat Türks uitlatingen geen misdrijf vormden en dat zijn woorden binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in een democratische samenleving vielen, wat resulteerde in zijn vrijspraak.
In zijn toespraak uit 2011 prees Türk wat hij omschreef als de “strijd voor vrijheid” van het Koerdische volk. “Duizenden hebben hun leven gegeven voor deze zaak.” “Vandaag staan mensen in alle steden en dorpen van Koerdistan op voor onze heldhaftige martelaren”, zei hij, verwijzend naar PKK-militanten die het leven lieten in het decennialange conflict met Turkije.
Vredesbesprekingen met de PKK
De uitspraak van de rechtbank komt op een moment dat er vredesbesprekingen gaande zijn met de PKK, gericht op het oplossen van het gewapende conflict, dat sinds de PKK in 1984 de wapens opnam, al meer dan 40.000 levens heeft geëist.
Türk bezocht eerder dit jaar de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan in de gevangenis op het eiland Imralı als lid van een delegatie van de DEM-partij, als onderdeel van de aanhoudende vredesinspanningen met de PKK. In februari deed Öcalan een historische oproep aan de PKK, waarin hij de partij opriep de wapens neer te leggen en zich te ontbinden. De militanten kondigden aan dat ze zouden handelen in overeenstemming met Öcalan’s oproep en verbrandden hun wapens in Noord-Irak als een symbolische eerste stap op 30 juli.
In een eerder interview zei Türk dat hij niet terug wil naar zijn functie als burgemester, terwijl bewindvoerders aan het hoofd bleven van de door de oppositie gecontroleerde gemeenten, verwijzend naar de aanhoudende repressie tegen de belangrijkste oppositiepartij, de Republikeinse Volkspartij (CHP).
“Ik zou niet in mijn ambt willen worden hersteld zolang er nog steeds bewindvoerders worden benoemd in door de CHP bestuurde gemeenten. Alle benoemingen van bewindvoerders zouden in één keer moeten worden afgeschaft”, zei hij.
Tientallen pro-Koerdische burgemeesters zijn in het verleden op basis van soortgelijke beschuldigingen uit hun functie ontheven. Het is nog afwachten of zij ook in hun ambt worden hersteld. Nu de besprekingen met PKK zijn begonnen.
