DUITSE RECHTBANK HEEFT BEROEP SECRETARIS VAN EEN NAZI-CONCENTRATIEKAMP AFGEWEZEN
Een Duitse rechtbank heeft dinsdag een beroep afgewezen van een 99-jarige vrouw die was veroordeeld wegens medeplichtigheid aan meer dan 10.000 moorden vanwege haar rol als secretaris van de SS-commandant van het nazi-concentratiekamp Stutthof, tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Tussen juni 1943 en april 1945 was Irmgrad Furchner secretaresse van SS-commandant Paul Werner Hoppe in concentratiekamp Stutthof. In dat kamp zijn circa 65.000 mensen vermoord.
Het Federale Hof van Justitie bevestigde de veroordeling van Irmgard Furchner, die in december 2022 door een staatsrechtbank in Itzehoe in Noord-Duitsland een voorwaardelijke straf van twee jaar kreeg opgelegd.
Ze werd ervan beschuldigd deel uit te maken van het apparaat dat het kamp bij Danzig, nu de Poolse stad Gdansk, hielp functioneren. Ze werd in 10.505 gevallen veroordeeld wegens medeplichtigheid aan moord en in vijf gevallen medeplichtig aan poging tot moord.
Tijdens een hoorzitting bij de federale rechtbank in Leipzig vorige maand hebben de advocaten van Furchner twijfels geuit over de vraag of ze werkelijk medeplichtig was aan de misdaden gepleegd door de commandant en andere hoge kampfunctionarissen, en of ze werkelijk op de hoogte was geweest van wat er in Stutthof aan de hand was.
Aanklagers zeiden tijdens de oorspronkelijke procedure dat het proces tegen Furchner mogelijk het laatste in zijn soort zou kunnen zijn. Een speciaal federaal parket in Ludwigsburg, belast met het onderzoeken van oorlogsmisdaden uit het nazi-tijdperk, zegt echter dat er nog drie zaken aanhangig zijn bij openbare aanklagers of rechtbanken in verschillende delen van Duitsland. Nu verdachten zich op zeer hoge leeftijd bevinden, rijzen er steeds meer vragen over de geschiktheid van verdachten om terecht te staan.
De belangrijkste Joodse leider van Duitsland verwelkomde de uitspraak. “Voor overlevenden van de Holocaust is het enorm belangrijk dat er een late vorm van gerechtigheid wordt geprobeerd”, zei Josef Schuster, het hoofd van de Centrale Raad van Joden, in een verklaring.
“Het rechtssysteem heeft vandaag een belangrijke boodschap uitgezonden: zelfs bijna 80 jaar na de Holocaust kan er geen grens worden getrokken onder de nazi-misdaden”, voegde hij eraan toe.
Furchner werd voor de jeugdrechtbank berecht omdat ze 18 en 19 was ten tijde van de vermeende misdaden, en de rechtbank kon toen niet zonder enige twijfel haar ‘volwassenheid van geest’ vaststellen.
