Een graduate school in de Amerikaanse staat Pennsylvania was, samen met haar administratief- en onderwijzend personeel, tussen 2020 en 2023 het doelwit van het Turkse inlichtingennetwerk, zoals blijkt uit vertrouwelijke documenten verkregen door Nordic Monitor, schrijft Abdullah Bozkurt van de nieuwssite.
Uit de documenten, gedateerd 4 januari en ondertekend door een politiechef in Ankara, blijkt dat Turkse spionnen inlichtingen hebben verzameld over de Respect Graduate School, een privéschool in de Bethlehem, een plaats in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Het uitgebreide inlichtingenrapport maakt bekend dat 86 personen, waaronder Amerikaanse staatsburgers en inwoners van de school, werden geprofileerd en dat hun privégegevens naar Turkije werden doorgegeven.
De school, die een master of arts in islamitische studies aanbiedt, trok de aandacht van de Turkse inlichtingendienst, deels vanwege de nadruk op interreligieus onderwijs en dialoogprogramma’s. Deze focus, die door de politiek-islamistische regering van president Recep Tayyip Erdogan als een bedreiging voor de islam werd gezien, maakte de instelling tot een doelwit en werd door MIT (Turkse inlichtingendienst) geobserveerd.
President Erdogan heeft in het verleden publiekelijk kritiek geuit op pogingen tot een interreligieuze dialoog, waarbij hij betoogde dat er geen dialoog kan bestaan tussen de islam en het christendom. Dit standpunt werd verwoord in een xenofobe toespraak die hij in november 2016 hield voor wetgevers in het Pakistaanse parlement tijdens een officieel bezoek aan het land.
Soms hebben openbare aanklagers deelname aan de interreligieuze dialoog met joden en christenen als strafrechtelijk bewijs aangehaald bij het indienen van aanklachten tegen critici van de regering.
Een illustratief voorbeeld wordt gevonden in een aanklacht die op 2 maart 2022 bij een hoge strafrechtbank in Istanboel werd ingediend. In deze zaak beweerden aanklagers dat de Gülen-beweging, een groep die tegen de regering van Erdogan was, een dialoog tot stand had gebracht met Joodse en Christelijke organisaties wereldwijd, in plaats van zich bezig te houden met islamitische en Turkse entiteiten.
Gülen is sinds 2013 een doelwit van de Erdogan-regering, toen hij ervan werd beschuldigd achter corruptieonderzoeken te zitten die Erdogan, zijn familie en zijn politieke en zakenpartners beschuldigden.
Uit het onderzoek bleek hoe de Erdogan-regering heimelijk witwaspraktijken faciliteerde via Turkse banken, waarbij Iraanse staatsgelden werden doorgesluisd, in strijd met de Amerikaanse sancties. Ze brachten ook de persoonlijke betrokkenheid van Erdogan aan het licht bij het assisteren van een voormalige Al-Qaeda-financier, de Saoedische staatsburger Yasin al-Qadi, die voor een bepaalde periode door zowel de VS als de VN onder sanctieregimes was aangewezen.
Erdogan ontspoorde de corruptiezaken, zorgde voor de vrijlating van alle verdachten en strafte tegelijkertijd de onderzoekers, aanklagers en rechters die betrokken waren bij het blootleggen van uitgebreide omkopingsplannen. Tegelijkertijd startte hij hardhandig optreden tegen de Gülen-beweging, die zijn regering bekritiseerde op verschillende punten, waaronder de wijdverbreide corruptie binnen de regering en de steun van Turkije aan radicale jihadistische groeperingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Een deel van de reden waarom de Respect Graduate School het doelwit was van Turkse agenten was de vermeende banden met de Gülen-beweging.
Uit de vertrouwelijke documenten blijkt dat inlichtingen over de school zijn verzameld door ‘Instelling V’, een codenaam die vermoedelijk verwijst naar het Directoraat Veiligheid en Onderzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ook bekend als de inlichtingenafdeling (Araştırma ve Güvenlik İşleri Genel Müdürlüğü in het Turks), een geheime spionageafdeling binnen het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Blijkbaar is het ministerie van Buitenlandse Zaken ongerust over een mogelijk lekken van de documenten en de mogelijke gevolgen daarvan voor de bilaterale betrekkingen tussen Turkije en de VS, een NAVO-bondgenoot. Daarom werd in plaats van de bron expliciet te noemen, een codenaam gebruikt voor de inlichtingenafdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De sectie staat momenteel onder toezicht van Fatma Ceren Yazgan, een oude medewerker van de Turkse inlichtingendienst MIT, die een cruciale rol speelde bij het profileren van Turkse ambassadeurs en diplomaten, wat uiteindelijk leidde tot de verwijdering van een derde van de Turkse diplomaten uit de buitenlandse dienst. Hakan Fidan, de vorige spionnenmeester, benoemde Yazgan tot leider van de sectie nadat hij in de zomer van 2023 de rol van minister van Buitenlandse Zaken op zich had genomen.
Een ander voorbeeld hiervan is te zien in een aanklacht uit 2015 tegen Fethullah Gülen, de Turkse moslimgeleerde woonachtig in het noordoosten van Pennsylvania die de beweging inspireerde. De aanklacht noemde Gülens ontmoeting met de paus in het Vaticaan in 1998 als strafrechtelijk bewijs.
De inlichtingenactiviteiten van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn wereldwijd toegenomen sinds Fidan, het voormalige hoofd van de beruchte Turkse inlichtingendienst MIT, de diplomatieke toppositie op zich nam. Zonder veel tijd te verspillen, orkestreerde Fidan een snelle transformatie van de Turkse diplomatieke dienst tot een uitgebreid apparaat voor het verzamelen van informatie en het uitvoeren van spionageactiviteiten in het buitenland.
Fidan, een pro-Iraanse islamist, integreerde ook talloze personen van de inlichtingendienst in de buitenlandse dienst, waardoor ze strategisch op sleutelposities binnen het ministerie werden geplaatst.
De door de Turkse inlichtingendienst geprofileerde personen lopen het risico van onwettige arrestatie wanneer ze naar Turkije reizen en worden regelmatig onderworpen aan inbeslagnames en bevriezingen van vermogens op grond van verzonnen aanklachten. Bovendien kunnen hun familieleden, vrienden en medewerkers het slachtoffer worden van de heksenjacht van de Erdogan-regering, die collectieve bestraffing toepast om haar repressieve regime in stand te houden door het zaaien van angst.