De spreidingswet in Nederland, die gemeenten een wettelijke opvangplicht voor asielzoekers oplegt en die ook zorgt voor een evenwichtigere verdeling van asielzoekers over provincies en gemeenten, kan vooralsnog niet worden ingetrokken.
Hoewel ze dit direct zou intrekken dent de PVV minister Marjolein Faber dat ze het pas ergens in 2025 zal intrekken. Ze komt daarmee terug op de eerdere coalitieafspraak dat de spreidingswet direct zou worden ingetrokken.
Faber meldt in een Kamerbrief dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2025 naar de Raad van State gaat, die daar advies over moet uitbrengen. Daarna moet het voorstel eventueel worden aangepast en wordt het ingediend bij de Tweede Kamer. Daarna moeten beide Kamers de intrekking nog behandelen. Ook dat kan nog maanden duren.
De Asielminister wil de intrekking van de spreidingswet gelijk op laten lopen met de invoering van noodmaatregelen waarover de coalitiepartijen vorige maand een akkoord sloten. Dit wetsvoorstel gaat wel nog dit jaar naar de Raad van State. Faber vraagt om een spoedadvies zodat ze het daarna ‘zo snel mogelijk’ bij de Tweede Kamer kan indienen.
Gemeenten moeten voorlopig ook nog huisvesting voor statushouders regelen. Verder vraagt Faber gemeenten om meer opvangplekken voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
Ook andere strenge asielwetten waar het kabinet mee wil komen, laten nog even op zich wachten. Daarbij waarschuwen ambtenaren dat de planning van de asielminister ‘zeer ambitieus’ is en dat er ‘bijzonder weinig tijd’ voor is. Daardoor vrezen ambtenaren op haar ministerie dat zij ‘bepaalde gevolgen van de voorgestelde wijzigingen onvoldoende hebben kunnen doordenken’.