
Een kleine meerderheid van de Turkse bevolking steunt de voortdurende vredesinspanningen van de regering met de verboden Koerdische Arbeiderspartij (PKK), is te lezen op Engelstalige nieuwssite Turkish Minute. Maar de meningen lopen sterk uiteen op politiek en etnisch vlak, volgens een nieuw onderzoek van het Turkse opiniepeilingsbureau ASAL Research.
Uit de enquête “Turkije Politieke Agenda September 2025”, uitgevoerd tussen 12 en 18 september onder 2000 respondenten in 26 provincies in het land, bleek dat 54,6 procent van de deelnemers het initiatief, dat door de Turkse regering wordt aangeduid als “Terreurvrij Turkije”, steunt, terwijl 33 procent ertegen is.
Gevraagd naar hun mening over het vredesproces, toonden conservatieve kiezers de sterkste steun: 76,3 procent was vóór en slechts 13,1 procent was tegen. Daarentegen sprak slechts 36,5 procent van de respondenten die zich identificeerden als seculier of ‘Atatürkist’ (Steunen de principes van de stichter van het moderne Turkije, Mustafa Kemal Atatürk), hun steun uit, terwijl een meerderheid van 54 procent tegen het proces was.

De nationalisten waren sterk verdeeld: 52 procent was voor en 32,7 procent was tegen, terwijl democraten en socialisten voorstander waren, met 53,3 procent die het initiatief steunde.
Etnische identiteit speelde ook een belangrijke rol. Onder de Koerdische respondenten steunde 70,4 procent het proces, terwijl slechts 20,8 procent tegen was. Onder de Turken sprak 47,7 procent zijn steun uit en 40,3 procent zijn afkeuring, wat meer ambivalentie aantoonde dan het algemene gemiddelde.
De enquête vindt plaats te midden van hernieuwde gesprekken over het beëindigen van het decennialange conflict tussen Turkije en de PKK, dat sinds het begin van de opstand van de verboden groep in 1984 meer dan 40.000 levens heeft geëist.
De PKK, door Turkije en zijn westerse bondgenoten aangemerkt als een terroristische groepering, had oorspronkelijk gestreden voor een onafhankelijke Koerdische staat in het zuidoosten van Turkije, maar eiste later alleen meer Koerdische rechten en democratische hervormingen.
Het hernieuwde vredesproces werd in oktober 2024 in gang gezet door Devlet Bahçeli, leider van de Nationalistische Bewegingspartij (MHP), een belangrijke bondgenoot van de regering. Bahçeli riep de gevangengenomen PKK-leider Abdullah Öcalan publiekelijk op om de militante groepering aan te sporen de wapens neer te leggen. Öcalan reageerde in februari met een bericht waarin hij de PKK opriep tot ontwapening en ontbinding.
De PKK besloot in mei tot ontbinding, ontwapening en een einde aan haar gewapende campagne en zei dat ze “haar historische missie had voltooid”, in lijn met Öcalan’s oproep. De militanten verbrandden hun wapens in Noord-Irak als symbolische eerste stap op 30 juli.
Er wordt nu verwacht dat de Turkse regering de actie van de PKK zal beantwoorden met juridische stappen, waaronder bescherming voor militanten die hun wapens neerleggen en het inwilligen van eisen van de Koerden in het land om hun politieke en culturele rechten uit te breiden.