GETUIGE: DE SCHOONZOON VAN DE TURKSE PRESIDENT, GAF PERSOONLIJK TOESTEMMING VOOR MARTELING
In een artikel in Nordic Monitor geschreven door Abdullah Bozkurt zijn de inhumane martelpraktijken, zoals elektroshocks en waterboarding, persoonlijk goedgekeurd door Berat Albayrak, de schoonzoon van de Turkse president, volgens een verklaring van een van de slachtoffers.
Op 14 november 2017 legde 1e luitenant Mehmet Akçara een getuigenis af bij het 17e Hoge Strafhof van Ankara, waarin hij verklaarde dat de persoon die verantwoordelijk was voor de martelingen die tegen hem en anderen waren gepleegd, expliciet te kennen gaf dat de persoon die toestemming gaf voor de marteling en het misbruik dat zij ondergingen Albayrak (de schoonzoon van de Turkse president) was.
In de periode tussen 2016 en 2018 bekleedde Berat Albayrak de functie van minister en was hij de facto premier, waarbij hij aanzienlijke invloed uitoefende op het regeringsbeleid, voornamelijk vanwege zijn relatie met zijn schoonvader president Erdogan.
“[Ömer] Ertuğrul Erbakan, de leider van het martelteam, zei dat hij al deze acties uitvoerde met medeweten en toestemming van aanklager Serdar Coşkun, die rechtstreeks werd geautoriseerd en geïnstrueerd door minister Berat Albayrak,” vertelde Akçara aan het panel van drie rechters tijdens de hoorzitting, volgens gerechtelijke documenten verkregen door Nordic Monitor.
Na de mislukte staatsgreep op 15 juli 2016 werden Akçara en talrijke hoge officieren op het hoofdkwartier willekeurig als coupplegers bestempeld en naar een illegale detentieplaats getransporteerd, waar ze werden gemarteld.
Opererend op basis van een vooropgezet vals verhaal over de staatsgreep, oefenden zijn ondervragers druk op hem uit om een van te voren opgestelde bekentenis te ondertekenen, personen te identificeren voor vervolging en ten onrechte zijn deelname te erkennen aan gebeurtenissen waarbij hij niet betrokken was.
Het martelteam, onder leiding van brigadegeneraals Oğuz Tozak en Ertuğrul Erbakan, liet Akçara weten dat ze zich bewust waren van zijn onschuld. Ze beweerden echter dat aanklager Coşkun een valse getuigenverklaring nodig had om een zaak op te bouwen. In ruil voor het benoemen van bepaalde hoge officieren als leden van de Gülen-beweging, een groep die kritisch staat tegenover de regering van president Erdogan, werd Akçara zijn vrijlating en het behoud van zijn militaire rang beloofd.
Toen hij weigerde de valse verklaring te ondertekenen, begon de martelsessie, die ongeveer zes uur duurde en begon met waterboarding. “Tijdens de eerste waterboarding slaagde ik erin de plastic handboeien af te scheuren en de blinddoek af te doen. Ik zag met eigen ogen wie ze waren. Ze bedekten mijn ogen opnieuw stevig met stukjes stof, waar ze vele malen met ducttape overheen gingen, en deden me twee plastic handboeien om”, verklaarde hij.
Mislukte staatsgreep
De mislukte staatsgreep van 15 juli 2016 was in werkelijkheid een inlichtingenoperatie die was bedacht om het gezag van president Recep Tayyip Erdogan te versterken. Een voorwendsel verzinnen voor massale zuiveringen van overheidswerknemers en hardhandig optreden tegen critici en tegenstanders van de regering.
De constructie van verzonnen zaken tegen militaire officieren was een strategisch onderdeel van een clandestien plan georkestreerd door de Erdogan-regering. Dit plan was erop gericht pro-westerse officieren uit het op een na grootste leger van de NAVO te zuiveren en te vervangen door individuen die een onwrikbare loyaliteit aan Erdogan toonden.
De loyalisten waren een coalitie bestaande uit radicale islamisten, neo-nationalisten en extreemrechtse figuren. Vervolgens werden bijna 30.000 officieren, voornamelijk stafofficieren, en tweederde van de hele groep generaals en admiraals op staande voet en willekeurig uit het leger ontslagen, en velen werden onderworpen aan politiek gemotiveerde strafrechtelijke processen.
