
De Nederlandse Raad van State kwam op woensdag 13 augustus bijeen om de rechtmatigheid van de wijziging van het asielbeleid van de regering ten aanzien van leden van de Gülen-beweging te beoordelen. De Raad heeft zes weken de tijd om een beslissing te nemen.
Na de verklaring van de regering eind 2023 dat “Gülenisten nu een lager risico lopen op vervolging in Turkije”, daalde het percentage gehonoreerde asielaanvragen van Turkse burgers aanzienlijk. Dit leidde onder andere voor meerdere rechtszaken.

De raad zal beoordelen of de vaststelling van de regering dat het risico op vervolging van Gülenisten is afgenomen, feitelijk juist is. De Afdeling bestuursrechtspraak zal op de zitting ingaan op de beleidswijziging ten aanzien van Gülenisten en het Algemeen Ambtsbericht Turkije van februari 2025 daarbij betrekken.
De Turkse asielzoekers, die geassocieerd worden met de Gülen beweging, hebben in eerdere rechtszaken veel informatie overgelegd waaruit volgens hen blijkt dat de situatie voor Gülenisten in Turkije nog steeds heel zorgelijk is.
Na de mislukte staatsgreep in 2016 werd, voor personen die banden hebben met de Gülen beweging, aangenomen dat zij bij terugkeer naar Turkije een risico op vervolging liepen. Maar eind 2023 heeft de minister zijn beleid gewijzigd. De minister vond dat, volgens hem de rechtsbescherming voor deze groep verbeterd is, omdat de vervolging door de Turkse autoriteiten in intensiteit afgenomen zou zijn, volgens het Algemeen Ambtsbericht Turkije 2023.
. Als Hizmet(dienstbaarheid) bekende Gülen-beweging verwijst naar de sociaal betrokken mensen die zich dienstbaar willen opstellen aan hun medemens.
. De beweging, heeft het afgelopen decennium te maken gehad met een meedogenloze repressie door de Turkse overheid. Mensen die banden hebben met de beweging zijn geconfronteerd met verschillende beschuldigingen van de overheid, waaronder het beramen van corruptieonderzoeken in 2013 en een couppoging in juli 2016.
. De Turkse overheid heeft de Turks-islamitische geleerde Fethullah Gülen en zijn beweging in mei 2016 aangemerkt als terroristen. De beweging, geïnspireerd door de opvattingen van Gülen, die afgelopen oktober in Pennsylvania overleed, ontkent de beschuldigingen ten stelligste.
Aanzienlijke daling van het percentage gehonoreerde asielaanvragen
Volgens gegevens van de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bedroeg het percentage gehonoreerde eerste asielaanvragen van Turkse burgers 92 procent in 2022, maar daalde dit percentage in 2023 naar 42 procent. De belangrijkste factor in deze daling was de beleidswijziging ten aanzien van leden van de Gülen-beweging.

In de periode na 15 juli 2016 werden in Turkije tienduizenden mensen vervolgd, wat resulteerde in arrestaties en intrekking van paspoorten. In deze periode accepteerde Nederland talloze aanvragen uit Turkije vanwege het “risico op willekeurige vervolging”.
Maar in december 2023 voerde de toenmalige staatssecretaris Eric van der Burg een radicale wijziging in het Nederlandse asielbeleid door. Hij oordeelde, aan de hand van het Algemeen Ambtsbericht, dat Gülenisten niet langer het risico liepen op “willekeurige vervolging” in Turkije. Na deze aankondiging begon de IND Gülenistische aanvragen veel vaker af te wijzen dan in voorgaande jaren.
Veel aanvragers die tegen de beleidswijziging waren, gingen in beroep tegen de beslissing. De Raad van State zal nu de juridische basis van dit nieuwe beleid onderzoeken. De Raad zal beoordelen of de vaststelling van de regering dat het risico op vervolging van Gülenisten is afgenomen, feitelijk juist is.
Uitspraak binnen 6 weken
De zitting was op 13 augustus. De Raad van State heeft zes weken de tijd om uitspraak te doen.
De advocaten, van leden van Hizmet-beweging die de zitting bijwoonden, benadrukten dat de druk op leden van de Hizmet-beweging in Turkije na negen jaar nog steeds aanhoudt. In het laatste rapport werd vermeld dat het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken de voortdurende chatbijeenkomsten en arrestaties van vrouwelijke studenten aan de kaak stelde. Ze verklaarden dat de arrestaties in rap tempo doorgaan.
Op de vraag van de rechter: “U verleende tot 2023 zonder problemen 90% van de studenten een verblijfsvergunning. Wat is er de afgelopen twee jaar veranderd?” antwoordde, de vertegenwoordiger van het ministerie, dat het aantal arrestaties was afgenomen en voegden er nog aan toe: “Er zitten momenteel 13.000 Gülenisten in de gevangenis.”
De advocaten wezen er echter op dat het aantal arrestaties niet is afgenomen, maar juist is toegenomen. Ze noemden de recente spraakmakende zaken zoals chatbijeenkomsten, Maydanoz Döner en ze gaven voorbeelden van het belemmeren van hulp aan gezinnen in nood.
In hun verdediging noemden IND-medewerkers van het ministerie van Justitie en Veiligheid voorbeelden van mensen die waren vrijgesproken en vervolgens asiel hadden aangevraagd in Nederland. Het ministerie verklaarde: “Als er een nieuw zaak wordt gestart tegen hen, die eerder zijn vrijgesproken, verlenen we wel verblijfsvergunningen.”
“Het gevaar voor Gülenisten in Turkije blijft gelijk.”
De rechter-commissaris ging op het potentiële gevaar door te vragen : “Lopen Gülenisten in dat geval dan geen potentieel gevaar in Turkije?”
Het ministerie betoogde: “Klopt, maar het aantal rechtszaken in Turkije is nog steeds afgenomen.”
De rechter vroeg opnieuw: “Maar als de arrestaties en rechtszaken doorgaan, blijft het gevaar dan niet bestaan?”
Het ministerie antwoordde: “Klopt, maar er is een afname. We behandelen meer individuele gevallen. We maken beoordelingen op basis van risicogroepen.”
Advocaat Engin Arslan merkte op dat het afwijzingspercentage van aanvragen voor een verblijfsvergunning voor Gülenisten de afgelopen jaren is toegenomen na de beleidswijziging van het ministerie, en voegde eraan toe: “Ondanks deze afwijzingen blijft het gevaar voor Gülenisten in Turkije gelijk.”

Ambtenaren van het ministerie beweerden dat het aantal vrijspraken en arrestaties was afgenomen. Maar advocaten Michel en Engin waren het daar niet mee eens en stelden dat de arrestaties in rap tempo doorgingen. Als voorbeelden noemden ze de Twitter-berichten van minister van Binnenlandse Zaken Ali Yerlikaya over de operaties.
De rechter vroeg: “Waar baseert u dit op?” op de bewering van IND, “Het aantal rechtszaken in Turkije is licht verbeterd.” in hun verweerschrift.
Ambtenaren van het ministerie zeiden: “Er kunnen onderzoeken naar Gülenisten komen, zelfs na een vrijspraak, maar als ministerie beschouwen we dit niet als voldoende bewijs voor een hoorzitting.”
Om de repressie van de Erdoğan-regime nog te verduidelijken vroeg de rechter of IND van de grensoverschrijdende vervolging niet op de hoogte is. “De Turkse regering blijft druk uitoefenen op Gülenisten buiten Turkije. Bijvoorbeeld op onderwijzers in Peru… Daar is documentatie van. Kunt u die als IND niet beamen?”
Advocaat Engin Arslan zei: “Wat moet er nog meer gebeuren? Arrestaties na onderzoek, gevangenschap, marteling… De Turkse inlichtingendienst (MIT), dwingt Gülenisten tot bekentenissen, en er worden honderden arrestaties verricht.”
——
BASRI DOĞAN | AMSTERDAM